- terug: back
- sommige: some
- vroeger: before
- na, achter: after
- bewuster: awareness
- geld: money
- tegen: to / against
- eigenlijk: actually
- trouwens: anyway
- vervelend: a pity / dat is vervelend
- vliegtuig: aeroplane
- leerlingen: students
- zwembad: swimming pool
- afval: trash
- straks: soon
- leraar: teacher
- elkaar: each other
- horen: hear (Ik hoor de auto niet: I don't hear the car)
- herhalen: to repeat / wilt u dat herhalen? Wat zeg je? Wat zegt u?
- gooien: to throw
- lacht: to smile
- roepen: to call (chiamare qualcuno - non telefono)
- over steken: cross. De kinderen steken over op het zebrapad: the kids cross the zebra crossing
- varen: to sail
- verhogen: to increase (de huisbaas verhoogt de huur: the landlord increases the rent)
- vlieg: fly
- volproppen: gorging, sfondarsi
- doos: box
- pasen: easter
- oplossing: solution
- Begrijpt u mijn? Do you understand me?
- Mag ik kijken?
- Kijk nar de.. : look at.. :
- Wat is er aan de hand?: what's going on?
- Wie is er aan de beurt?: whose turn is it?
- Blij je bij mij eten?
- het woorden
- past tense
- spelling
- time
- date numbers
- 'ng' makes the g mute (singel, breng..)
- 'boten' has the same sound as 'booten' (verbs ending in
-renand-penwill remove the double)