Brieven uit ieper. - Donkere dwalingen
Ergens in deze vredevolle straten dwaal ik rond. De koude temperatuur en de wind streelt men lichaam en vult me met gedachten. Dat we elkaar nog niet ontmoet hebben valt geen van ons beide te verwijten. En toch. Slaat soms de twijfel ongenadig toe. Over de vele grafstenen in deze stad met zijn zwarte geschiedenis en duizenden doden. Het is zo stil in mij. Terwijl ik zoek naar de sporen van de geschiedenis. Van Bedford House tot Tyne Cot. Maar slechts enkele vrouwen uit de oorlog liggen begraven hier in de buurt. Maar waarom? Het is toch zo dat achter elke sterke man die vocht tot het eind een sterke vrouw stond die achter hem stond als een kathedraal.
Hun rots in de branding. Of de persoon die hun lichamen deed gloeien van warmte in tijden dat de oorlog insloeg en de demonen van haat, moeheid, angst en het pijnlijk gemis ontsnapte. Het lijkt heel even dat we vergeten, dat deze kathedralen van sterke vrouwen mannen verzorgde in de hospitalen zoals Lijssenthoek. Het